Harry Potter
Aan het eind van deze maand komt er een film uit die zich afspeelt in de Harry Potter wereld. Als groot fan staat deze datum al geruime tijd in mijn agenda. Dezelfde agenda waarin stond dat ik nog iets moest bedenken voor het tweede hoofdstuk van de derde klas.
Expert methode
Dit hoofdstuk gaat over scheidingsmethoden en behandelt acht methoden die leerlingen moeten kennen en onderscheiden. Vorig jaar heb ik dit aangepakt met de ‘expert methode’. Ik had de klas ingedeeld in vier groepen en iedere groep moest twee methoden bespreken. Iedere leerling verdiepte zich dus in twee scheidingsmethoden en leerde de andere methoden van hun klasgenoten. Leerlingen gaven elkaar punten voor de presentaties en die telden weer mee als plusje voor de toets. Vorig jaar vond ik het echter wat lastig om de leerlingen te motiveren om aan het werk te gaan. De lessen die ze hadden om zich te verdiepen en de presentatie voor te bereiden, waren niet de meest efficiënte of leuke lessen. Leerlingen gingen hangen en op hun telefoon spelen. Hoe krijg ik deze leerlingen gemotiveerd? Wellicht met een spelletje Harry Potter…
Gamification
Vorig jaar hebben we in het kader van Eerst de Klas een workshop gevolgd over gamification : spelelementen verwerken in je les. Van lessen die helemaal waren opgezet als een game tot een planner met levels en doelen, voorbeelden te over. Mijn expert groepjes werden daarom dit jaar Zweinstein huizen. Leerlingen kunnen punten voor hun eigen huis binnen halen. Dit kan door de presentatie maar ook voor practica, opdrachten, S.O.tjes en werkhouding. Filmmuziek op de achtergrond, Harry Potter posters en een presentatie met Harry Potter fragmenten, ik heb er helemaal zin in.
Spelen?
Leuk is het zeker, maar (nog) niet het grote succes waar ik op had gehoopt. De Harry Potter fans en competitieve leerlingen doen fanatiek mee. Maar er zijn nog steeds leerlingen die lopen te hangen en op hun telefoon zitten te spelen. Bovendien merk ik dat ik worstel met de spelelementen. Wanneer laat ik leerlingen nu vrij en opgaan in het spel en in hoeverre corrigeer ik en zet ik ze aan tot werken? Elly Singer zegt in het Magazine van het Kind: “Daarom maken we ook regels in elk spel. Met reglementen breng je ritme aan, patronen en structuren…Belangrijk is dat deze regels geen keurslijf worden, want dan verdwijnt het spelelement” (Het kind, speelruimte, november 2016). Waar ligt de balans? Als leerlingen een proef voorbereiden, laat ik ze dan prutsen, experimenteren en knoeien of stuur ik bij als ik voorzie dat het erlenmeyer gaat overlopen? Ik probeer ze vrij te laten, maar zodra er branders aan te pas komen, zet ik het spel toch opzij.
Plezier
Ik merk dat ik zelf nog aan het spelen ben met het spel. Gelukkig duurt deze Harry Potter reeks nog een paar weken. Ik hoop mijn weg te vinden tussen de regels en de speelvrijheid voor leerlingen. Wel heb ik iedere keer veel zin in deze lessen. Ik word al blij als ik de Griffoendor en Zwadderich posters weer ophang en de filmmuziek aanzet. Stuart Brown zegt in zijn TEdTalk dat spel per definitie geen doel heeft, maar dat je alleen speelt voor het spel zelf. Misschien ben ik – en niet de leerlingen – wel degene die speelt. Brown vertelt in dezelfde lezing dat ratten die gewend zijn te spelen in een moeilijke situatie weer op zoek gaan naar uitwegen en op ontdekking gaan. Als ik de leerlingen dit jaar niet aan het spelen krijg, heb ik hopelijk zelf genoeg gespeeld om volgend jaar met nieuwe ideeën te komen om leerlingen gemotiveerd te krijgen.
Deze en andere blogs van Judith zijn eerder verschenen op hetkind.org